DIS in de pers

Bob Schwarze solo is adembenemend…Het is te hopen dat hij de voorstelling later kan hernemen. Want dit is te goed om zomaar in de stilte te verdwijnen.
Bert Jansma
Den Haag Centraal
DIS is anderhalf uur lang binnenin een tekst zijn. Waarna je de roman moeilijk ongelezen kunt laten. Verbijstering, gekte en bluf wisselen elkaar in adembenemend tempo af.
Gerda van de Haar
Leesliter

Regie: Manon Barthels
Spel: Bob Schwarze
Geluid: Carl Beukman
Videobeelden: Marcel Dolman
Advies lichtontwerp: Irm Weerink

In DIS krijgt Jakob Noach een auto-ongeluk. Tussen leven en dood dwaalt hij, tegen de achtergrond van de TT motorraces, door zijn stad Assen. Als Dante door het Inferno. En in een stroom van flashbacks krijgt hij de puzzelstukken van zijn leven gepresenteerd.

Manon Barthels maakt er in haar regie een helse voorstelling van die je naar de strot grijpt.

Over het ontstaan van de voorstelling

In 2013 werd Bob Schwarze door Marcel Möring benaderd met het idee om het eerste deel van zijn roman DIS te bewerken tot een monoloog. Möring had bij de presentatie van zijn roman in Duitsland dit tachtig pagina’s tellende deel integraal voorgedragen en tot zijn verrassing zaten de luisteraars op het puntje van hun stoel.

Voor de op handen zijnde toneelproductie bewerkte Möring dat beroemde eerste deel: een woordenstroom die als een ‘stream of consciousness’ over de lezer, en nu dus ook over de toeschouwer, zou worden uitgestort: een monument voor de Onvervulde Wraak. Regisseur/bewerker Manon Barthels en acteur Bob Schwarze waren enthousiast. Maar als toneelmaker misten zij nog iets. Die onvervulde wraak, de woede, de pijn, de energie die uit de tekst sprak was prachtig, maar wilden zij alleen Jakobs ‘staat van zijn’ laten zien? Of wilden zij het conflict dat het personage in zich draagt verder uitwerken en de toeschouwer meenemen in het hoofd van dat personage. Wie is Noach? Hoe is hij geworden tot wat hij is? Wat is en wat was zijn strijd? Het eerste deel van de roman is één grote flashback, waarin het leven van Jakob Noach voorbij flitst, maar in de rest van het boek zijn nog zoveel mooie uitwerkingen te vinden van wat er in dat eerste deel voorbij komt. Uitwerkingen die goed spelersmateriaal bevatten. Het zou doodzonde zijn om dat te laten liggen.

Waar schrijvers doorgaans met enige voorzichtigheid in zee gaan met theatermakers, gaf Marcel Möring carte blanche.

Het idee ontstond om een voorstelling in twee delen te maken: de monoloog van Marcel Möring, gevolgd door Barthels’ bewerking van Noachs verhaallijn in de rest van de roman. Met als titel: Dis I – Alles is niets, en Dis II: Nu is altijd. Maar de gebeurtenissen in de roman grijpen dermate in elkaar, de inhoud van dat eerste deel en de rest van het boek zijn zo met elkaar verweven, dat Manon Barthels ervoor koos een voorstelling te maken waarin haar bewerking met die van Marcel Möring vervlochten zou zijn. En dat heeft zij op weergaloze wijze voor elkaar gekregen.

Bij Manon Barthels zijn bewerking en regie geen gescheiden werelden. Binnen de teksten die zij schrijft, ligt al een belangrijk deel van die regie besloten. In eerste instantie bestaat het repeteren met name uit tekstcoaching. Stembuigingen, spreekpauzes, het ritme van de tekst: zij reikt het aan. Zij wil dat de acteur de toeschouwer in zijn hoofd laat meekijken. Iedere stap door de gedachten van het personage moet het publiek kunnen meemaken. Daartoe moet zij de acteur beteugelen, zorgen dat hij niet alleen op een emotionele stroom gaat spelen, hem dwingen zichzelf in bedwang te houden. Zo bouwt zij een intense en voelbare spanning op binnen de speler. Haar voorstellingen vragen, zeker bij Dis, dan ook wat van acteur en publiek.

In Dis laat zij Bob Schwarze denken, reconstrueren, herbeleven. Traag, behoedzaam, soms uitbarstend en om hem dan weer te overvallen met de voort suizende Tekst-van-de-Onvervulde-Wraak van Möring die als een storm voorbijtrekt. Flashbacks, die letterlijk als een vooruit spoelende film geprojecteerd worden in een video-decor van de hand van Marcel Dolman. Een video-decor dat gedurende de gehele voorstelling doorloopt en dat perfect de energie van de tekst volgt, wat tijdens de teksten van Möring vaak tot een explosie van beeld leidt. Carl Beukman – onder meer bekend van zijn werk bij Toneelgroep de Appel- deed hetzelfde met het geluid: nu eens het personage ondersteunend, dan weer sturend. Op de achtergrond of alles doorkruisend. De combinatie van al die factoren: de tekst van Möring, de tekst van Barthels de video van Dolman, het geluid van Beukman en het karaktristieke spel van Schwarze, hebben van de voorstelling Dis een intrigerende puzzel gemaakt, die stukje voor stukje door Jakob Noach en de toeschouwer wordt gelegd.

Toen Barthels, Beukman en Schwarze – met de tekst in de hand- een eerste doorloop van de voorstelling presenteerden aan Marcel Möring was hij aangenaam verrast:

”Dis is een zeer gelaagde roman. Jouw regie doet met de voorstelling wat normaal alleen lezers kunnen. Namelijk de psychologische onderstroom van het boek aanboren. En dat zonder dat de voorstelling een verhaaltje wordt. Dat vind ik knap.”

Uit dit bijzondere productieproces is een voorstelling ontstaan waarin acteur en publiek gezamenlijk in een achtbaan van gedachten, herinneringen en emoties terecht komen. Een voorstelling die recht doet aan het origineel, de roman en zijn auteur.
En zo hoort het, want dat is precies waar Manon Barthels en Branoul voor staan.

DATA

Plaats een reactie